Een week in Waspik

De échte start van het stamboomonderzoek was in april 1982, toen ik een week onderzoek kon doen op het raadhuis van Waspik, waar toen nog het archief van de gemeente Waspik werd bewaard. Later is dat overgedragen aan het Streekarchief Langstraat Heusden Altena in Heusden.

Ter voorbereiding op die week had ik de gegevens verzameld van mijn grootvader Nicolaas, mijn overgrootvader Pieter Poppelier en alle directe familie. Gelukkig had mijn tante Jeanne, de oudste zus van mijn vader, de trouwboekjes van beide bewaard. Rond die tijd verscheen ook de Prisma-pocket Stamboomonderzoek van Aad van der Tang, waarin werd uitgelegd hoe je stamboomonderzoek organiseert, welke bronnen je kunt gebruiken, enzovoorts.

Tijdens het verzamelen van de gegevens van mijn directe familie vertelde mijn tante onder andere over de Franse afstamming van onze familie, een verhaal dat ik later in gesprekken met verre familieleden uit andere takken van de stamboom ook zou horen. Dat is een onderwerp op zich.

Die eerste week onderzoek was de week van 5 tot 8 april 1982, de week vóór Pasen. Mijn tante had aangeboden dat ik bij haar kon logeren, in het huis dat zij had geërfd van haar ouders, tevens het geboortehuis van mijn vader.

Ik had ervoor gekozen om op de fiets naar Oosterhout te gaan, een fietstocht van 40 km. Geen idee waarom, maar op de eerste dag bleek het een verstandige keuze. Toen ik me namelijk op maandagmiddag meldde bij het streekarchief Oosterhout, toen nog in het oude centrum van Oosterhout, stond ik vrij snel weer buiten. De archiefmedewerker had me namelijk uitgelegd dat mijn familie oorspronkelijk niet uit Oosterhout kwam, maar uit Waspik. Ongetwijfeld had ik een fietskaart bij me, want na een tweede fietstocht van ongeveer 12 km stond ik bij het raadhuis van Waspik, aan de Raadhuisstraat 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand was ook de archivaris. Hij bood me een bureau aan en daar heb ik de rest van de week gewerkt, met volledige toegang tot het archief. Achteraf was dat laatste heel bijzonder, want het was en is in vrijwel alle archieven gebruikelijk om stukken vooraf aan te vragen bij de studiezaalmedewerker.

In die eerste week heb ik de volledige Doop-, Trouw- en Begraafboeken (in kopie), het Bevolkingsregister en de registers van de Burgerlijke Stand (geboortes, huwelijken en overlijdens) van Waspik doorgenomen. Met die gegevens heb ik de eerste versie van de stamboom samengesteld, uiteraard allemaal op papier. Het was duidelijk dat de streekarchivaris in Oosterhout gelijk had: de voorouders van mijn overgrootvader Pieter Poppelier kwamen uit Waspik. Van begin 1700 tot ver in de 19e eeuw was Waspik de belangrijkste plaats voor de familie Poppelier. De meesten van hen werkten inderdaad in de binnenscheepvaart, zoals 'oude meneer Poppelier' uit Zwijndrecht had gezegd. Later hebben familieleden hun domicilie verplaatst naar plaatsen als Dordrecht en Rotterdam, omdat het belang van Waspik voor de binnenscheepvaart afnam.

Voor uitwerking heb ik daarna in de periode 1982-85 meerdere dagen doorgebracht op de rijksarchieven van Zuid-Holland en Utrecht, en de gemeentearchieven van Utrecht en Dordrecht. Correspondentie met of bezoek aan verre familieleden heeft ook veel informatie opgeleverd, vooral over de latere generaties. Bij een bezoek aan het Centraal Bureau voor Genealogie in mei 1982 ontdekte ik dat er al in 1952 een stamboom Poppelier was opgesteld door H. de Bot.

In de 1982-85 heb ik ook contact gehad met verre familieleden in Vlaardingen, Schiedam, Maassluis, Zwijndrecht, Nieuwegein, Vianen, Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Hardinxveld-Giessendam, Den Bosch, Dordrecht, Grevenbicht, Horn, Born, Purmerend, Den Haag, Voorburg, Hoogkarspel, Ichtegem, Buchten, Schelluinen, Wassenaar, Geertruidenberg, Antwerpen, Breda, Gorinchem en Maasbracht. Deze familieleden hebben veel aanvullingen geleverd voor de latere generaties.

De roots van de familie liggen echter niet in Waspik, maar in Loon op Zand en Capelle. Voor het raadplegen van de Doop-, Trouw- en Begraafboeken en schepenbankregisters van die plaatsen kon ik gebruik maken van de indexen en microfiches bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) in Den Haag. Daar heb ik ook geregistreerd dat ik begonnen was aan stamboomonderzoek voor de familie Poppelier. Later heeft dat geleid tot de kennismaking met Aad Poppelier, die ook een vrij volledige stamboom van onze familie had. Aad en ik hebben onze versies van de stamboom uitgewisseld, en ik heb die twee later gecombineerd tot één geheel.

Een ander interessant contact was met Marijke Snels, die ook een stamboom Poppelier had gemaakt. Deze werd vermeld in een nummer van het tijdschrift Met Gansen Trou uit 1981. Opvallend was dat in de stambomen van zowel Aad Poppelier als Marijke Snels de tak-Oosterhout, de tak van mijn overgrootvader Pieter en grootvader Nicolaas, ontbrak. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de verhuizing van mijn betovergrootvader Christiaan Poppelier van Waspik naar Oosterhout en zijn onverwachte overlijden in Hamburg.

In 1997 heb ik op het Rijksarchief in Den Bosch extra gegevens opgezocht over een tak van de familie die in Raamsdonk woonde (in het geval van schippers: zijn domicilie had). Toen ben ik ook begonnen met het verzamelen van de familie Poppeliers, die in Riethoven, Eersel, Veldhoven, Bergeijk en plaatsen in de omgeving daarvan woonde. Mijn vermoeden is dat de families Poppelier, Popelier en Poppeliers verwant zijn, hoewel ik tot op heden dat nog niet heb kunnen aantonen.

Uit het onderzoek tussen 1982 en 1997 hield ik een groot aantal losse registraties over, onder andere uit het archief van de Waalse Kerk, en diverse plaatsen in Zeeland (Middelburg, Arnemuiden) en Zuid-Holland (Leiden en Delft). Op meerdere plekken kwam ik verwijzingen tegen naar de Collectie Loeff. Die blijkt te bestaan uit een grote verzameling familiedossiers, waaronder één voor de familie Poppelier. Vermoedelijk dateert die collectie familiedossiers uit het begin van de twingste eeuw.