Van papier naar digitaal

In de eerste periode van mijn stamboomonderzoek heb ik uitsluitend op papier gewerkt. Hiervoor had ik zelf een indeling van gezinsbladen bedacht, op basis van ideeën in het boek Stamboomonderzoek van Aad van der Tang (Prisma-pockets 1981).

Toen ik in 1997 kennis maakte met Aad (Adrianus Johannes) Poppelier (1935-2017) hebben we onze versies van de stamboom uitgewisseld. Aad gebruikte in die tijd al een computerprogramma (GensData van de Nederlandse Genealogische Vereniging), maar ik nog niet. De uitwisseling gebeurde dus op papier: ik ontving van hem een volledige afdruk van zijn stamboom, en ik stuurde hem mijn aanvullingen en verbeteringen op papier terug.

Na 1997 heeft mijn onderzoek een tijd stil gelegen, tot 2016; gezin en werk hadden de prioriteit. Jarenlang heb ik gedacht dat het stamboomonderzoek iets was voor ná de pensionering. Maar in 2016 heb ik de draad weer opgepakt, mede onder invloed van mijn nicht Catharina, die in Zweden woont. Zij was al langer bezig met stamboomonderzoek, ook aan de kant van haar moeder, en gebruikte moderne middelen zoals de website MyHeritage. Het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) lanceerde rond die tijd een stamboom-website. Websites zoals Genealogie Online (Nederlands) en Geneanet (Europees) bestonden al wat langer. Inmiddels zijn deze sites voor mijn onderzoek onmisbaar, maar in die tijd gebruikte ik ze niet of nauwelijks.

Om het serieus aan te pakken, was het nodig om over te stappen van werken op papier naar werken met de computer. Er waren toen twee vragen:

  1. hoe maak ik het papieren materiaal geschikt voor de computer, en
  2. welk computerprogramma gebruik ik?

Om met de tweede vraag te beginnen: er was een ruime keuze aan gratis programmatuur, onder andere Alfaer en Gramps, en betaalde programmatuur. Na een paar maanden experimenteren werd duidelijk dat elk computerprogramma wel een aantal mogelijkheden miste die ik belangrijk vond. Ik noem er een aantal: instelbare grafische weergave van de stamboom, opzoeken van twee of méér registraties die over dezelfde persoon gaan ('ontdubbelen'), en importeren van persoons- en familiegegevens in een andere vorm dan GEDCOM, bijvoorbeeld XML.

Uiteindelijk was mijn conclusie dat ik mijn eigen programmatuur moest schrijven. Voor de meeste stamboomonderzoekers géén voor de hand liggende conclusie, maar dankzij mijn universitaire studie, mijn promotieonderzoek en enkele banen na mijn promotie-onderzoek had ik ervaring opgebouwd met zelf programmatuur ontwikkelen. Het kost tijd, maar uiteindelijk krijg je een verzameling gereedschappen die precies doen wat je nodig hebt en die je naar behoefte kunt aanpassen. Het nadeel is dat je álles zelf moet maken, bijvoorbeeld ook de functionaliteit om een GEDCOM-bestand te maken. Dat laatste is essentieel als je je stamboom wil importeren bij Geneanet of Genealogie Online, de twee websites waarop ik sinds 2017 de recentste versie van mijn stambomen publiceer.

Daarmee was de eerste vraag ook voor het grootste deel beantwoord. Het omzetten van informatie op papier naar digitale informatie bleek een kwestie van scannen en zelf programmatuur schrijven om de data in de juiste vorm te krijgen. Sinds 2015 is de stamboom dus volledig digitaal. Steeds meer archieven bieden indexen van nuttige bronnen in digitale vorm aan, en die kan ik relatief eenvoudig importeren. Dit heeft geleid tot een versnelling van het onderzoek en tot nieuwe ontdekkingen over Poppelier-en in Nederland in de 17e en 18e eeuw.

Natuurlijk blijven er bronnen over die (nog) niet zijn gedigitaliseerd. Als je een bijzondere bron nodig hebt, zoals bijvoorbeeld bij het onderzoek naar Pieter Poppelier (1756-1833) dan is een bezoek aan een archief nodig. Originele documenten raadplegen blijft een bijzondere ervaring, net als bij de start in 1982.