Loon op Zand

Wanneer Loon op Zand ontstaan is, is niet geheel duidelijk. Zeker is dat het in 1233 reeds een kerk had, want in dat jaar draagt de hertog van Brabant het jus patronatus hiervan op aan de abdij van Tongerlo. In 1269 wordt het als de heerlijkheid Venloon door de hertog van Brabant aan Willem van Hoorn uitgegeven. Ten behoeve van het turf baggeren en turf steken, de op dat moment belangrijkste bronnen van inkomsten, liet Pauwels van Haestrecht de Oude, heer van Loon op Zand (Venloon) in 1396 een turfvaart van 's-Gravenmoer naar 's-Hertogenbosch graven. Die vaart ontwikkelde zich tot een drukke verkeersroute totdat deze circa 1600 begon te verzanden. Als gevolg van hevige zandstormen werd eind 14e eeuw Loon op Zand 'zes boogscheuten weegs' in westelijke richting verlegd. De nu nog bestaande toren en kerk werden toen gebouwd. In de loop van de 16e eeuw kwam Venloon in het bezit van het geslacht Immerselle, en dat geslacht had tot circa 1750 de macht over Venloon. Daarna waren het de Duitse prinsen van Salm Salm, totdat de heerlijkheid midden 19e eeuw door de familie Verheijen werd gekocht, de tegenwoordige eigenares.

Nadat omstreeks 1600 een veenbrand de verdere turfwinning onmogelijk had gemaakt, braken voor Loon op Zand zeer moeilijke tijden aan, wat nog verhevigd werd door de zware belastingen tijdens de Republiek. De textienielnijverheid van Tilburg en het maken van schoenen met de hand zorgden later voor een economische opleving.

Zie ook https://www.oudeomdraaier.nl/kaarten/de-naam-kaatsheuvel.html.

Geschiedenis

Het dorp Loon op Zand kent een lange geschiedenis. Rond het jaar 1100 ontstond bewoning in een (toen nog) nat gebied. De nederzetting stond bekend onder de naam Venloon. In 1233 moet hier al een kerk hebben gestaan. Door overbegrazing en onoordeelkundig rooien van bomen en plaggen van heide ontstonden zandverstuivingen die de basis vormden van de huidige Loonse en Drunense Duinen. In 1250 werd reeds vermeld dat de bewoners nabij de Venloen zich door het zand bedreigd voelden. Het oude Venloen lag op de plaats die tegenwoordig Land van Kleef heet. Daar bevindt zich ook de Kerkenakker waar de Venloner kerk heeft gestaan die mogelijk al een houten voorganger heeft gehad in de vorm van een houten, aan Sint-Willibrord gewijd kerkje. Bestand:Akte van Belening van Loon op Zand 1269.webmMedia afspelen Akte van Belening van Loon op Zand uit 1269

In 1269 werd "het dorp Venloon met zijn heide, moeren en woeste gronden" door Jan I van Brabant in leen gegeven aan Willem van Horne. Dit gebied werd toen een zogenaamde Heerlijkheid. Door de ligging bij het stuifzandgebied van de Loonse en Drunense Duinen ontwikkelde de plaatsnaam zich van ‘Venloon op ’t Sant’ via ‘Loon op ’t Sandt’ tot het huidige Loon op Zand.

Het dorp werd omstreeks 1390 verplaatst naar de huidige locatie, die meer naar het zuidwesten lag. De kerk van Loon op Zand werd omstreeks 1394 gebouwd. Het patronaatsrecht van de kerken van Venloon en later Loon was in handen van de Norbertijnen van de Abdij van Tongerlo. In 1396 werd op last van Paul van Haastrecht de Turfvaart gegraven, die van 's Gravenmoer via Sprang-Capelle en Drunen naar 's-Hertogenbosch liep. Turfsteken en de turfvaart waren belangrijke economische activiteiten in het toenmalige Loon op Zand. Opbrengsten kwamen ten goede aan de heer van Loon op Zand. De vaart begon omstreeks 1600 te verzanden. Van de Turfvaart zijn nog delen behouden bij Plantloon ten zuiden van Waalwijk, en als Oude Vaart tussen 's-Gravenmoer en Kaatsheuvel.

Rondom de verhuizing is een mythe ontstaan. Volgens vertellingen moesten de boeren vluchten voor het oprukkende zand. Het dorp Venloon zou bedreigd worden door stuifzand en daarom zou er zes keer met een pijl-en-boog geschoten zijn om de plaats van de nieuwe kerk te bepalen en dus de plaats van de nieuwe dorpskern. De afstand vanaf het huidige Land van Kleef tot de Sint-Jans Onthoofdingkerk, zou dit verhaal nog kunnen rechtvaardigen. Echter, de plek waar vroeger Venloon lag is omgeven door enkele zandwallen. Gezien de hoogte van deze zandwallen hebben deze dan ook zeker hun uitwerking niet gemist. Opgravingen van de oude kerk en kerkhof hebben aangetoond dat het gebiedje niet met zand overstoven is geweest. Daardoor wordt algemeen aangenomen dat het verhaal van Ses Boogscheuten Weeghs niet geheel op waarheid berust.

Omstreeks 1400 was ook de begrenzing van het dorp vastgelegd. De grens van de heerlijkheid vormde deels de grens tussen het Hertogdom Brabant en het Graafschap Holland dat delen van de Langstraat bezat. In 1296 werd de Heerlijkheid Venloon uitgegeven aan Willem II van Horne. Hierna kwamen Gerard I van Horne, Willem IV van Horne, Gerard II van Horne en Johanna van Horne. Zij was gehuwd met Gijsbrecht van Abcoude en hun oudste zoon was Zweder van Abcoude In 1380 kwam de heerlijkheid aan Paul van Haastrecht, die ook hoogschout was te 's-Hertogenbosch. De heren bewoonden het Kasteel van Loon op Zand (ook wel het Witte Kasteel genoemd). De heerlijkheid, die deel uitmaakte van het Kwartier van Oisterwijk van de Meierij van 's-Hertogenbosch werd wel omschreven als de allerbeste van de gantsche Meierij. Loon op Zand lag bovendien erg strategisch langs de doorgaande weg tussen Turnhout en 's Hertogenbosch.

Ten tijde van de industrialisatie werd Loon op Zand een belangrijke plaats voor de leer- en schoenenindustrie. Tot aan de jaren 90 van de 20e eeuw herbergde Loon op Zand vele dergelijke fabrieken. De meest bekende schoenfabriek was die van de familie Van Lier. Eind jaren 90 verhuisde deze fabriek echter naar Breda, waarmee een belangrijke periode werd afgesloten. Tot voor kort waren de leerlooierij van de firma Vromans en de schoenfabriek van de gebroeders Van Esch de laatste twee overblijfselen uit deze periode die Loon op Zand tot bloei liet komen.

Archieven

  • Rooms-Katholieke parochie Loon op Zand
    • doop- en trouwboeken 1608-1810
    • doopboeken 1780-1789
  • Nederduits-gereformeerd gemeente Loon op Zand
    • doop- en trouwboeken 1679-1810
    • registers van overledenen 1700-1786
    • register van ontvangst van verschuldigd kerkrecht voor begraven, 1787-1805
  • Schepenbank
    • trouwboeken 1685-1811
    • akten van aangifte voor ondertrouw 1808-1810
    • bijlagen van de trouwboeken 1664-1806
    • lijst van overleden, ingeleverd door de koster, 1657
    • lijst van begravenen, ingeleverd door de koster, 1757-1783, 1787-1790