Overleden in Hamburg

Mijn betovergrootvader Christiaan (de opa van mijn opa) is geboren in Waspik, en zijn familie zat in de scheepvaart. Bovendien was zijn familie RK, niet ongewoon in Waspik, maar iets oostelijker woonden veel protestanten, en Christiaan's voorouders waren ooit ook protestant! In overwegend katholieke plaatsen zoals Oosterhout stonden Waspik en de Capelle-dorpen bekend als de Brabantse bible belt. In het boek van Rehm over de geschiedenis van Waspik kun je ook lezen hoe de strijd tussen katholieke en protestantse groepen in de Waspikse bevolking is opgelopen, zelfs tot in de gemeenteraad en schoolbesturen.

Op een goed moment leerde hij een jonge vrouw kennen, Jacomina Liesveld, en daarmee wilde hij trouwen. Zijn moeder was toen al overleden, en zijn vader wilde geen toestemming geven, zodat de toestemming voor het huwelijk (die toen nog verplicht was tot de bruidegom 30 werd) van de kantonrechter in Waalwijk kwam. Dankzij een aantekening in het bevolkingsregister hebben we ook een vermoeden waarom Christiaan's vader toestemming weigerde: zijn verloofde was protestants! Bij het huwelijk in 1847 in Waspik was zijn vader niet aanwezig (hij wordt niet vermeld in de akte), en de getuigen waren geen directe familieleden van Christiaan. Jacomina’s ouders waren bij het huwelijk aanwezig en gaven wél toestemming, aldus de akte. Het jonge paar is kort na het huwelijk verhuisd naar Oosterhout.

Op dit punt wordt het speculatief. Mijn vermoeden is dat de sfeer in de familie inmiddels zo slecht geworden was, dat Christiaan en Jacomina verhuisden naar Oosterhout, een paar kilometer westelijk. Het is in elk geval een feit dat zijn vader, ooms en tantes, en broers en zussen allemaal in Waspik woonden in die tijd en dat geen van hen verhuisde. Interessant om te vermelden is dat zijn nicht Maria, dochter van Adam Poppelier en Maria de Jongh, getrouwd met Johannes Baijens (beroep: dagloner) ook in Oosterhout woont.

Christiaan kon in zijn nieuwe woonplaats aanvankelijk geen werk vinden, heeft het een tijd geprobeerd als winkelier. In 1848 wordt Elisabeth geboren, en in de geboorteakte wordt als beroep van de vader 'winkelier' vermeld.

Een jaar later wordt een tweeling geboren: Christiaan en Adriaan. Beide jongetjes worden niet ouder dan 2 weken. De vader is afwezig bij de geboorte. Waarschijnlijk is hij dan al aan het varen. In 1853 wordt Pieter geboren. Opnieuw is de vader afwezig. In de geboorteakte staat 'vader afwezig wegens varende'. Ook uit de notities in het bevolkingsregister uit die periode blijkt dat Christiaan na de geboorte van Elisabeth is gaan varen, mogelijk eerst in de binnenvaart, zoals zijn familieleden, maar uiteindelijk is gaan werken in de kustvaart. Gezien de geboortedata van de tweeling en Pieter moet hij in begin 1849 en voorjaar 1852 in Oosterhout zijn geweest (tenzij we aannemen dat hij niet de biologische vader van die kinderen was).

Christiaan is ergens tussen 1849 en 1856 aangemonsterd op het zeilschip Jantina, dat allerlei goederen vervoerde van Spanje (Malaga en Valencia) en Frankrijk naar Nederland, maar heel vaak ook van havens aan de Oostzee naar Nederland. De Jantina was van het type 'kof' of 'kofschip'. Hieronder een foto van een kof aan de hellingwal bij een scheepswerf in Muntendam (bron: Vaartips.nl).

Uit de scheepsberichten, die in diverse kranten werden gepubliceerd, kunnen we afleiden in welke havens de Jantina aanlegde in de periode 1849-1856. Dat waren Antwerpen, Vlissingen of Amsterdam. Rotterdam en Dordrecht komen in de scheepsberichten niet voor. Voor de zekerheid heb ik in 2018 de monster-rollen van Dordrecht (in die tijd ook een belangrijke havenstad) doorgenomen, maar daarin is geen vermelding van de Jantina te vinden. Het merendeel van de mannen die aanmonsteren in Dordrecht, komen uit de regio Dordrecht-Rotterdam, maar een enkele keer kom je ook iemand uit Waspik of Oosterhout tegen; het had dus gekund!

Hoogstwaarschijnlijk is Christiaan dus in Antwerpen, Vlissingen of Amsterdam opgestapt (aangemonsterd). In mei 1940 zijn de archieven van de havens van Antwerpen, Vlissingen en Amsterdam verloren gegaan bij bombardementen, dus ook de monster-rollen. De datum en plaats van aanmonsteren zijn dus helaas niet meer te achterhalen. Amsterdam is een goede kandidaat, omdat er frequent scheepsverkeer was tussen Waspik en Amsterdam. Christiaan's vader was aardappelenschipper en voer af en toe op Amsterdam. Christiaan's oudste zoon is zelfs in Amsterdam getrouwd!

De scheepsberichten vertellen ons ook dat de Jantina in de winter van 1856-57 in de haven van Hamburg lag. Eind februari 1857 overlijdt Christiaan in het ziekenhuis van het Maria Magdalena-klooster, niet ver van de haven. De doodsoorzaak wordt niet vermeld in de overlijdensakte.

Overlijdensakte uit Hamburg

Zijn weduwe, Jacomina Liesveld, hertrouwt 11 maanden later met een schoenmaker uit hun woonplaats Oosterhout: Jan Baptist Loonen. Ze heeft dan 2 kinderen uit haar eerste huwelijk. Met haar tweede man krijgt ze nog een aantal kinderen. Christiaan's zoon Pieter en de jongens uit het tweede huwelijk van Jacomina gaan hetzelfde werk doen als (stief)vader Jan Loonen. Dat is niet verwonderlijk, want in die regio was in die tijd leerlooierij en leerbewerking een belangrijke bedrijfstak. Pieter's zonen Dingeman Frederik en Nicolaas, mijn grootvader, gaan in dezelde industrietak werken. Zie ook dit artikel over de leerindustrie in de Langstraat.

Veel van Christiaan's broers, zussen, neven en nichten werkten in de binnenscheepvaart en blijven dat doen. Later verplaatsen zij hun domicilie van Waspik naar onder andere Dordrecht, Rotterdam en Vreeswijk (bij Utrecht), omdat het belang van Waspik als binnenvaarthaven afneemt. Christiaan is de enige van zijn generatie die voor de zeescheepvaart koos. Voor de familie in Oosterhout raakt de scheepvarende familie in Waspik uit beeld. Mijn vader en grootvader wisten niets van familie in Waspik of een band met de binnenscheepvaart in elk geval.

Mijn tante Jeanne heeft me een paar keer verteld dat onze familie uit Frankrijk kwam. Een interessant verhaal, maar niet te bewijzen. Maar wat niemand me ooit heeft verteld, was dat onze overgrootvader, Pieter Poppelier, uit een Waspikse familie van binnenvaartschippers kwam. Ik denk dat niemand dat wist: tante Jeanne wist het in elk geval niet, en mijn vader ook niet. Heeft Jacomina dat verhaal niet verteld aan haar kinderen, Pieter en Elisabeth? Of wist Pieter het wel, maar heeft hij het niet doorverteld aan zijn kinderen? Daar gaan we nooit achter komen.

Interessant detail: de naam Christiaan wordt doorgegeven in de familie. Pieter Poppelier en Adriana Oomen noemen hun eerste zoon Johannes Christiaan. Aan de kant van Adriana's familie komt de naam Christiaan niet voor. Heeft Pieter zijn zoon vernoemd naar zijn vader? Nog opmerkelijker is dat mijn grootvader een van zijn kinderen ook Johannes Christiaan noemt. De naam van mijn zeevarende betovergrootvader leeft dus voort in de familie!