Vogeltjes vangen

Na het overlijden van Christiaan Poppelier trouwt Jacomina Liesveld met een schoenmaker uit haar woonplaats Oosterhout: Jan Baptist Loonen. Het is dan januari 1858, bijna een jaar na het overlijden van Christiaan.

Jacomina heeft op dat moment twee kinderen uit haar eerste huwelijk: Elisabeth (8 jaar) en Pieter (4 jaar). Jacomina bevalt twee weken na het huwelijk van een zoon: Dingeman. Later krijgen Jacomina en Jan Baptist nog vier kinderen: Jan Baptist junior (1859-1915), Dingeman Frederik (1862-1901), Cornelis (1856-1933) en Adriaan(1867-1942). In de jaren 1880 woont Jacomina met haar dochter Elisabeth en vier zonen uit haar tweede huwelijk in een huis aan de Keiweg (wijk F, huis 163).

Over Elisabeth weten we vrij weinig. Ze overlijdt in Oosterhout op 25 maart 1912, op de leeftijd van drieënzestig jaar. Wat we wél weten, is dat ze twee keer kort in de gevangenis in Breda heeft gezeten, namelijk in oktober 1887 (2 dagen wegens stroperij) en in februari 1889 (3 dagen, opnieuw wegens stroperij). Dit was dus in de periode dat ze bij haar moeder en stiefbroers in huis woonde. Vermoedelijk ging het hier om het vangen van kleine zangvogels in het bos De Warande.

Volgens het proces verbaal van de rechtzittingen is ze betrapt bij het verzamelen van droge bladeren en naalden in een bos aan de rand van Oosterhout, een ogenschijnlijk onschuldige bezigheid. Je kunt je afvragen: is dat stropen, wat doet iemand met een grote hoeveelheid droge bladeren en naalden? In het vuur verbranden om je warm te houden, in de winter in de tuin gebruiken om je planten te beschermen? Een verklaring zou kunnen zijn dat het een voorbereiding was voor het vangen van kleine zingende vogels in het bos. Dat was in die tijd in Brabant en België heel gewoon:

  1. je maakt een gebied van een paar vierkante meter schoon (verwijder alle bladeren)
  2. laat voedsel op de grond liggen
  3. een paar keer herhalen

Na een tijdje herkennen de vogels het gebied als voederplek. Dan plaats je zogenaamde lijmstokken in de grond van de voederplek. De vogels blijven aan die stokken hangen als ze komen eten. Soms werden de vogels opgegeten (nog steeds gebruikelijk in Frankrijk en Italië) en in andere gevallen werden de vogels gehouden vanwege de leuke deuntjes die ze zingen.

Wat Elisabeth ook heeft willen doen met die bladeren, de gevangenisstraf was beide keren onvoorwaardelijk. In het gevangenisregister staat dat ze ongetrouwd is en dat haar ouders Chris (Poppelier) en Mina Liesveld zijn. Haar uiterlijk wordt omschreven als: aangezicht ovaal, voorhoofd laag, mond groot, ogen blauw, haar blond, kleur gezond, neus klein, kin rond, wenkbrauwen blond. In plaats van een handtekening staat er 'kan niet schrijven', maar dat staat er ook bij veel andere delinquenten.

Gelukkig is het bij twee korte gevangenisstraffen gebleven. Elisabeth's moeder Jacomina overlijdt in juli 1892. Haar broer Pieter woont woont sinds zijn huwelijk met Adriana Oomen in 1877 in een huis in de Spookselstraat (nu Pastoor Bresserstraat). In het bevolkingsregister staat niet dat zijn zus Elisabeth bij hem in huis woonde.

In het bevolkingsregister van Vught vinden we dat Elisabeth in de periode 1910-1911 vijf maanden in die gemeente was geregistreerd. Het blijkt niet te gaan om een gewone verhuizing, maar om een opname in Huis Voorburg, een instelling voor psychatrische patiënten. In de patiëntenadministratie staat dat de opname in Huis Voorburg is verzocht door haar neef Johannes Christiaan, de oudste broer van mijn grootvader Nicolaas Poppelier.

Deze opname (op 26 februari 1910) is gebeurd op basis van een voorlopige (spoed)machtiging van de kantonrechter in Oosterhout (handgeschreven). Deze is gevonden in het archief van de kantonrechtbank (kantonrechter is mr. F.M. Brouwer Ancher, griffier is mr. A.K.M.G. baron van Oldeneel tot Oldenzeel). In deze machtiging staat dat Elisabeth in het St. Jozefgesticht in Oosterhout is opgenomen vanwege krankzinnigheid. De spoedopname in Huis Voorburg is nodig omdat zij 'gevaarlijk is voor zich zelve'.

De definitieve machtiging zou in het archief van de arrondissementsrechtbank in Den Bosch moeten zitten (periode 1838-1929) maar is daarin niet aangetroffen. Van andere inwoners in Huis Voorburg zijn die machtigingen wél aanwezig, dus vermoedelijk is dit document foutief gearchiveerd of zoekgeraakt.

Op de datum waarop de rechterlijke machtiging verloopt (22 maart 1911), schrijft de geneesheer in de patiëntenadministratie dat ze niet hersteld is maar toch wordt ontslagen. De patiëntdossiers van Huis Voorburg zijn in bezit van de Reinier van Arkel groep. Deze organisatie geeft nooit inlichtingen uit de dossiers, ook als de patiënten al lang overleden zijn, dus méér details over de opname van Elisabeth in Huis Voorburg zullen we nooit te weten komen.

Bronnen

  1. Kantongerecht Oosterhout (1838-1933, toegang 165) 10 juli 1887, rolnummer 196; 30 november 1888, rolnummer 334.

  2. Kantongerecht Oosterhout, Beschikkingen voor het jaar 1910.

  3. Bevolking gestichten, gemeente Vught, periode 1909-21 archief 5060, inventaris 999.29, blad 4 26-02-1910 opname in psychiatrische inrichting.

  4. Archief Huis Voorburg (0309), 104-9, folio 218.