Een borgbrief van Loon op Zand

Corstiaan of Christiaan Poppelier (*Loon op Zand 1713) was een van de kinderen uit het tweede huwelijk van Godfried of Godefridus Poppelier. Hij is, net als zijn broers en zussen, gedoopt in Loon op Zand. Het gezin Poppelier-Schoenmaeckers woonde in een huisje op Mariendaal 501 in Loon op Zand. Mariendaal bestaat sinds de 19e eeuw niet meer. De streek Mariendaal lag westelijk van Vrijhoeve-Cappele, tussen de huidige straten Heistraat en Lage Zandschel.

Toen Christiaan wilde trouwen met Adriana (Adriaantje) Melsen van Ghijsel (*Waspik 1713), was hij blijkbaar niet vermogend. De gemeente Loon op Zand gaf hem op 30 december 1733 vanwege zijn aanstaande huwelijk een ontlastbrief of borgbrief mee, die was bedoeld voor het gemeentebestuur van Waspik. Blijkbaar was het gemeentebestuur van Waspik niet overtuigd van zijn financiële onafhankelijkheid.

Waarom verhuizen?

In de database VooroudersLoonopzand (Gerard Spapens) komen in de periode 1700-1950 meer dan 600 personen voor waarbij zowel de plaatsnamen Loon op Zand als Waspik voorkomen in geboorte-, huwelijk-, overlijdensdatum of adres. De verplaatsingen tussen beide plaatsen zijn beide kanten uit.

Wisselen van plaats is alle tijden algemeen geweest, zeker in crissistijden als oorlog, ziekte of honger. Er zijn twee belangrijke redenen aan te wijzen waarom mensen van of naar Waspik zouden kunnen verhuizen in die tijd.

  1. Waspik ligt op de grens van de rivierklei en de zuidelijker gelegen zand-veengronden. Bovendien heeft Waspik een haven en daarmee handel en scheepsvaart. Loon op Zand (met de dorpen Kaatsheuvel en De Moer) moet het hebben van keuterboertjes op arme zandgronden, turfstekers en schoenenindustrie. Waspik is daardoor iets welvarender en dus mogelijk aantrekkelijker.

  2. Geloof. Het zuidelijke deel van Waspik was in die tijd overwegend katholiek (nu voor een deel nog) en daarbij een soort geloofsenclave in een nagenoeg geheel protestante streek. In Kaatsheuvel is het noordwestelijke deel overwegend protestant, en is de rest van de gemeente katholiek. Protestante mannen en vrouwen uit Kaatsheuvel zochten hun huwelijkskandidaten richting het noorden (Waspik, Sprang-Capelle), en vice versa. Katholieke mannen en vrouwen uit Waspik deden hetzelfde richting het zuiden (Dongen, Kaatsheuvel, Waalwijk).

Het is 300 jaar na dato natuurlijk niet mogelijk de reden van verhuizing te achterhalen, maar zoals bij iedere verhuizing had het waarschijnlijk te maken met betere economische of sociale vooruitzichten.

Eerste huwelijk

Christiaan en zijn eerste vrouw Adriaantje krijgen drie kinderen: Henrica, Melchior en Angelina. Adriaantje overleed in augustus 1741, een paar maanden na de geboorte van het derde kind. Melchior woont vanaf 1766 in Roosendaal, na zijn huwelijk met Maria Obels. Enkele jaren nadat zijn vrouw overlijdt bij de geboorte van zoon Mels verhuist hij terug naar Waspik. Hij overlijdt uiteindelijk in het huis van zijn halfbroer Pieter. Angelina verhuist naar Dongen na haar huwelijk met Cornelis Franken.

Tweede huwelijk

In het jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw (1742) hertrouwt Christiaan met Barbara van Molenschot. Samen krijgen ze vijf kinderen: Adam, Adriana, Goverdina, Antonius en Petrus. Adam overlijdt op de leeftijd van 9 jaar. Adriana en Goverdina overlijden enkele dagen na de geboorte. Pieter en Antonie wonen enige tijd in één huis, dat in xxxx wordt gesloopt vanwege de bouw van een verdedigingswerk.

Verder is er weinig bekend van Christiaan. Hij overlijdt in 1766. Barbara van Molenschot overlijdt in 1778. Christiaan's naam wordt genoemd in de notulen van de vergadering van schout en schepenen van Groot-Waspik, 's-Grevelduin en 11 1/2 Hoeve van 21 december 1779. Daarin wordt het verzoek van het dorp 's-Gravenmoer behandeld om een rijweg met voetpad aan te leggen van Waspik naar 's-Gravenmoer. De reden hiervoor is dat vervoer van en naar 's-Gravenmoer via een omweg loopt, bijvoorbeeld via Dongen of Loon op Zand. In de notulen staat "dat de voorszeide Rijweg sijn aanvank soude neemen onder Waspik ten suijden van het huisje van de weduwe van Corstiaen Popelier".

Bijlage

Hieronder de volledige tekst van de borgbrief.

"Alsoo Corstiaan Poppelier, geboortig alhier, sig in den huijwelijken staat staat te begeeven, met Adriaantje Mells van Gijsel zij geboortigh tot Waspik ende voorsz[eide] persoonen haar metter woon aldaar soude begeeven, ende Heere regenten van Waspik voornoemt dugtende sijn dat de gemelde persoonen met haer huijsgesin off kinderen welcke sij bij den ander souden konnen koomen te krijgen door siekte off andere quaade toevallen tot decadentie of armoede soude koomen vervallen en den armen van Waspik daardoor benadeelt zoude konne worden, soo compareerde voor ons Aalbert van Stokkum en Thomas van Vugt, scheepenen der heerlijckheijt van Loon, Arie Egmons, Regerent Armmeester alhier, en heeft met blieve en consent van den Heer Drossaert alle de incomsten en revenu van den armen alhier verbonden, dat ingeval den voornoemde Corstiaen Poppelier, met sijn huijsgesin tot armoede quam te vervallen, den selven weederom naar hem te sullen nemen met de helfft van de kinderen bij sijn voornoemde huijsvrouw soude koomen te verwecken ende naar vermogen te sullen allimenteeren en onderhouden, en den armen van Waspik daar van voor de helft als voorsegt is ontheffen, en ontlasten alles onder verbant als na regten. Actum van Loon deesen dertigste december XVII drie en dertig. Mij present, A. Sulle, secretaris"